Wat een verschil... - Reisverslag uit Kigali, Rwanda van Irene Dijksterhuis - WaarBenJij.nu Wat een verschil... - Reisverslag uit Kigali, Rwanda van Irene Dijksterhuis - WaarBenJij.nu

Wat een verschil...

Blijf op de hoogte en volg Irene

14 Augustus 2017 | Rwanda, Kigali

Dag 15 - Kinderziekenhuis
.
.
.
Dat was het dan… Ons laatste nachtje in Rwanda. Ik sta met Denise, Elize en Artse een half uur eerder op om nog even naar de markt te gaan. Hier kopen we 2 kilo van die mooie bonen die we in het gastgezin aten. Het voelt heel leuk om zonder Rwandees naar de markt te lopen en een beetje met handen en voeten uit te leggen dat we allebei 1 zak van 1 kilo van de mooie bonen willen hebben. Het kost (omgerekend) maar 51 cent per kilo. Leuk souvenirtje wel.
Als we terugkomen is iedereen al druk aan het inpakken. Ook ik pak even gauw mn klamboe en mn kleren in en dan gaan we ontbijten.
Na het ontbijt gaan Fleur, Elize en ik samen met Gerlinda nog naar het centrum. we hebben nog steeds niet alle souvenirs die we willen hebben en we hebben het geluk dat vandaag Samuel onze chauffeur is, dus hij helpt ons met alles bij elkaar sprokkelen. Bovendien is hij een echte Rwandees, dus zorgt hij ook dat we niet teveel betalen voor onze spullen.
De rest van de groep ontmoeten we bij de Nakumat, de supermarkt waar we veel blanken zien. Hier kopen we wat dingen voor onderweg naar Nederland en sommigen kopen nog wat souvenirs zoals thee en koffie. Omdat we aan het ziekenhuis wat we gaan bezoeken gevraagd hadden wat we voor ze mee konden nemen, kopen we ook alle melk uit de winkel. Zakjes melk en pakken melk zijn allemaal op. Als men nu nog melk wil drinken moeten ze aan de babypoeder-melk, haha! het voelt goed om met zoveel (zware) dozen terug te lopen naar de auto. Nu gaan we echt een verschil maken, dacht ik. Nou, die vrolijkheid was er snel af.

Toen we het terrein van het ziekenhuis opreden was ik nog redelijk gunstig gestemd. Ik lees op de bordjes: orthopedie, neonatology, mortuarium, geneacologie, geriatrie en nog veel meer ziekenhuistermen die ik ook in ieder westers ziekenhuis tegen zou komen. Het ziekenhuis bestaat uit heel veel gebouwen, en één daarvan wordt door ons bezocht. Het is het gebouw waar vrouwen met hun pasgeboren kinderen liggen. Er is een operatiekamer, een neonatologie afdeling en een aantal verloskamers.
Wanneer we het gebouw inlopen worden we door de wachtende patiënten aangekeken. Dan staan we stil. Is dit het ziekenhuis? Het voelt als een soort overdekt stuk waar een marktje zou kunnen zijn. In de hal kijk ik om me heen en zie daar al meteen zoveel dingen die me met de minuut rotter laten voelen. In de hoek staat een man met een karretje met daarop allerlei operatiespullen. Hij is ze aan het wassen in een teiltje. Het teiltje is een beetje roze gekleurd (van het bloed, neem ik aan). Dit schoonmaken is verreweg van steriel, zo in de hal, half in de openlucht, zonder goede desinfectie materialen. Ik hoop maar dat dit de eerste schoonmaakbeurt is en dat alle instrumenten straks nog door een machine gaan of iets dergelijks, zoals bij ons, maar natuurlijk weet ik echt wel beter. Dit is gewoon hoe ze het hier doen.
Er zijn geen stopcontacten, mensen zitten op houten bankjes zonder leuningen, er zitten putjes in de grond voor waterafvoer en aan de hal grenzen meerdere ziekenzalen. Ik laat alles even op me inwerken, en probeer dan weer vrolijk en positief te bekijken. Dit is immers een universitair medisch centrum, en best een ‘prima’ ziekenhuis, zo in de hoofdstad. Zo erg kan het toch allemaal niet zijn?

Zo erg is het dus wel. De eerste zaal die we inlopen is gevuld met enorm veel mensen. Er staan denk ik zo’n 15-20 bedden, strak naast elkaar, met enkel een dun blauw gordijntje om ze te scheiden van hun kamergenoten. De vrouw op het eerste bed heeft enorm (opgezwollen?) borsten en ze zit heel treurig in kleermakerszit op bed. Ik zie geen baby. Ik geef haar een zakje melk, wat ze dankbaar aanpakt. Het zijn arme vrouwen, die bijna allemaal alleen Rwandees en/of Swahili spreken. In het bed ernaast zit een vrouw die iets activer is en ook wat blijer uit haar ogen kijkt. Ze heeft een heel schattig, lichtbruin jongetje vast die ze trots voor mijn camera houdt. Wat lief! Ook zij neemt de melk met dank aan. Ik denk nog een ‘God bless you’ te horen. Binnen no time hebben we met z’n zessen alle vrouwen een zakje gegeven. Soms is het moeilijk te zien wie nou de moeder is, omdat er soms wel 6 mensen in en om het bed aanwezig zijn.
In sommige bedjes liggen miniscule kindjes onder flinterdunne dekentjes. Waar wij onze kinderen alleen maar willen vasthouden als ze eenmaal geboren zijn, is het hier gewoon normaal om een halfnaakt kindje op je eigen bed bij het voeteneind te leggen zonder ook maar iets van bescherming. Ik kan niet zo goed inschatten of dit een hele heftige afdeling is, of dat deze mensen (redelijk) gezond zijn. Gerlinda bidt voor deze mensen, de vrouw van Samuel vertaalt het in hun taal en dan is het al bijna tijd om de zaal te verlaten
Fleur heeft van de zeeman een berg babykleertje meegekregen die ze samen met de verpleegster (de enige persoon in dit gebouw die Engels spreekt) uitdeelt. Bij het eerste bed, waar de vrouw haar borsten bloot heeft zegt de verpleegster totaal nuchter en gevoelloos: “No, no, not her, she lost her baby”. M’n hart slaat even over. Wat?! Die vrouw heeft net haar kind verloren en ligt hier zo tussen de vrouwen die wel een levend kind gebaard hebben? Waar is de begeleiding? Nu snap ik ook waarom haar borsten zo enorm gezwollen waren… Ik voel me helemaal niet goed, dus ik ga, net als de anderen die al druk praten, naar buiten. Fleur vertelde later dat er nog een aantal bedden waren waar een moeder lag zonder kind. Heel heftig.
We gaan naar nog twee afdelingen, waar het eigenlijk precies hetzelfde eruit ziet. De ene ruimte heeft iets meer mensen rond de bedden, maar dat is toeval, omdat deze mensen meer familie hebben. Gerlinda en ik mogen één van de kindjes vasthouden. De mama ziet er gelukkig uit, en de vrouw naast haar kan een klein beetje Engels, dus ze kan vertalen. Het kindje is ontzettend klein en fragiel, dus we denken dat het net die dag geboren is. Als we het vragen blijkt dat dit meisje al 7 dagen oud is. ze heeft nog geen naam. Dat wordt wel vaker pas later gedaan, als ze iets zekerder kunnen zeggen dat het kind overleeft.

Het is heel bijzonder om zo’n pasgeboren, bruin meisje in je armen te hebben. Ik wil eigenlijk langer blijven, naarst de moeder op bed gaan zitten, mooie foto’s van haar maken en meer horen over het leven van de moeder, maar daar is geen tijd voor. Het minimensje geven we weer terug aan haar moeder en dan is het tijd om eten uit te delen.

Het eten zit in grote emmers. Artse vraagt nog: “moeten we onze handen wassen?”, waarna de verpleegster zegt dat dat wel kan ja. Niet verplicht… Vreemd, aangezien we het eten voor deze kwetsbare vrouwen gaan opscheppen, maargoed. Dan komt één van de grootste schokkerende dingen in dit ziekenhuis: Er is geen stromend water! WAT?! dit is een ZIEKENHUIS? We wassen onze handen dus onder een jerrycan. Hoe kan een ziekenhuis geen kranen met stromend water hebben….? Ik kan er met mijn westerse hoofd niet bij. Ik ben een beetje van slag, dus ik kijk toe terwijl Gerlinda, Tamar en Elize opscheppen. Ook dit gebeuren van eten opscheppen is nogal vreemd, vrouwen die lijken op wandelende lijken komen langs met hele pannen en enorme bakken. We vragen de verpleegster hoe het zit. Eten ze dan zo’n hele pan vol? Helaas is het verhaal nogal dramatisch. Via een organisatie krijgt iedereen in het ziekenhuis ontbijt. Verder zijn er geen maaltijden, en moet familie je onderhouden. Als je dus geen familie hebt, wat nogal vaak gebeurt in Afrikaanse landen als Rwanda, krijg je verder niks te eten. Elke week is er op de maandag een extra maaltijd rond middaguur. Mensen proberen hier dan zoveel mogelijk eten te krijgen, zodat ze weer wat dagen vooruit kunnen. Ik ben met stomheid geslagen. 7 keer ontbijt en 1 keer middageten. Dat zijn 8 maaltijden per week! Ik heb soms al bijna 8 eetmomenten per dag! Ik moet even gaan zitten want het wordt me allemaal eventjes teveel. Het eten ziet er ook heel erg ranzig uit. Het zijn rijst, bonen en cassave met gore stukken vlees met bot en vet. En dan te bedenken dat wij in Nederland elke dag 300 verschillende dingen kunnen kiezen als avondeten. Biefstuk, kip, vis, vega? Hier is het gewoon eten of doodgaan. Wat een verschil.

De melk is verdeeld, de kleertjes zijn uitgedeeld, het kinderspeelgoed is in een speelhal in een ander gebouw neergezet en nadat we afscheid hebben genomen van de verpleegster (ik heb beloofd dat ik een keer terug kom met heel veel meer melk! Waarom dacht ik een verschil te maken met 5 dozen melk voor minimaal 60 vrouwen?!?!) is het tijd om naar Mama Rose te gaan, de oprichtster van Mwana Ukundwa. Ik kan niet praten, ik staar maar stil voor me uit. Als mensen iets aan me vragen, lukt het me niet om normaal antwoord te geven maar moet ik steeds bijna huilen. Het liefst wil ik gewoon alleen zijn nu, maar dat gaat niet. Iedereen blijft ook maar vragen: gaat het wel? Heel lief natuurlijk, maar ik wil gewoon even nadenken en huilen om de situatie en alleen zijn. Ik durf niet te vragen of ik even in de tuin mag gaan zitten. Ik eet de salade en drink mn cola maar ik heb echt helemaal geen honger. Het eten in overvloedig en het voelt allemaal even veel te oneerlijk. Ik eet dus alleen mn salade en hoewel ik het ergens wel fantastisch vindt om mama Rose in levende lijve te zien, kan ik het niet opbrengen om me te mengen in het gesprek. Ik voel me duf en op een bepaalde manier verdoofd. Mama Rose vertelt over hoe het project begon en dat Nederland de eerste sponsor was. Ze is echt een bijzonder mens en echt een voorbeeld voor velen. Ook heeft ze een aantal onderscheidingen gehad voor haar werk. Heel interessant allemaal maar het gaat grotendeels langs me heen.

We maken nog even een foto met de groep en mama Rose en gaan dan terug naar de guesthouse. Onderweg blijft Artse ook allemaal vragen stellen. Ik word er een beetje gek van, laat me met rust, ik wil alleen zijn! Er is ook nog een heftige discussie tussen Fleur en Gerlinda en Artse omdat Fleur stelt dat het krijgen van kinderen egoïstisch is. Erg raar, de redenering klopt ook niet echt.

Thuis pak ik zwijgend de rest van mn spullen in en ga ik in mn hoekje onder de deken weggekropen proberen wat te slapen maar dat lukt natuurlijk niet omdat de rest ook aan het inpakken is. Langzaamaan wordt het iets rustiger in mn hoofd en na lang wachten is het tijd om naar het vliegtuig te gaan. Hier komen we rond half 6 aan.

De veiligheidscontrole is hier iets anders dan in Nederland. Iedereen wordt staande gehouden. Alle tassen en koffers moeten op een plateau gelegd worden en terwijl dat allemaal besnuffeld wordt door een herdershond om te checken of er explosieven in zitten, kijkt een andere bewaker onder de motorkap, onder de auto, onder de stoelen en in de achterbak. ook worden beide chauffeurs gefouileerd. Het is nog een heel gedoe om alle 16 koffers en 10 tassen uit te laden en na de check weer in te laden maar een klein half uur later zijn we het terrein van het vliegveld binnen. We nemen afscheid van Samuel, die hopelijk binnenkort naar Nederland komt met zn moeder Rose.
Polycarpe blijft buiten wachten tot we langs de eerste douane zijn, we blijven lang zwaaien. Wat een lieve man is dat!

De reis naar huis verloopt best wel voorspoedig. We landen na 30 minuten vliegen in Antebbe, Uganda, waar meer dan de helft van de mensen het vliegtuig verlaat. Alles wordt schoongemaakt en als we weer de lucht in zijn, krijgen we eindelijk ons avondeten. Ik heb eindelijk weer honger gekregen want op een paar chipjes en mini-koekjes na heb ik niks meer gegeten sinds de salade om 2 uur. Inmiddels is het rond tienen, en normaal eet ik het liefste de hele dag door, haha. Het eten is goed, toetje iets minder. Ik schrijf mn briefjes voor de rest van de groep (iedereen krijgt een envelop met een berichtje van iedereen), probeer wat te bloggen en wat te lezen en om 1 uur gaan de lampen in het vliegtuig uit. Slapen lukt niet echt, en ik moet rond 3 uur echt plassen, dus ik maak een soort karatesprong over de vrouw naast me, die niet wakker wordt. Bijna iedereen slaapt, Fleur en ik gaan lekker naar de wc, tandenpoetsen, opfrissen, water drinken en deo spuiten. Fris en fruitig wil ik de film kijken waar ik al 2 weken naar uit kijk. Helaas is het filmaanbod veranderd, dus hij staat er niet meer op… Ik kijk gedurende de hele vlucht van 10 uur, maar 1 film (Fantastic beasts and where to find them).
Rond 6 uur wordt ik zenuwachtig. Nog minder dan een uur tot de landing! Ook dit gaat soepel (ik ben zo blij met KLM!) en dan zijn we ineens in de aankomsthal! Hier kleden we ons om zodat we allemaal onze mooie nieuwe afrikaanse jurken (Dat was de surprise!) aan kunnen doen. hierna paspoortcheck en wachten op de koffers. Alle 16 koffers komen heel en wel van de band. In een kring nemen de reis nog een keer heel kort door en bedanken we elkaar voor de prachtige ervaring. We krijgen van de leiding een klein mandje met een gedichtje erin en de enveloppen die we over een tijdje open mogen maken.

Bijna allemaal tegelijk stappen we de deuren door en daar staan ze allemaal! Mijn lieve mama en Aartje met een spandoek: WELKOM THUIS. Robert, dominee Rein van der Zwan, vriendin van Fleur, Joop (broertje Fleur), de ouders van Elize, de vader van Cynthia, De moeder, vriend en opa en oma van Denise, de ouders van Gerlinda, Hanneke (van kerk in actie) en nog een paar. Het is zo leuk om iedereen zo blij te zien met het weerzien! Fijn om mama weer te knuffelen.
Iedereen is wit hier. Het is nu al gek. Welcome home…

  • 25 Augustus 2017 - 21:29

    Mamski:

    Als je al veel boeken over Afrika hebt gelezen (of de verhalen van de Flying docters kent, weet je dat t zo gaat met moeders en kinderen in ziekenhuizen. Maar als je het dan zelf ziet en ruikt en hoort is het indrukwekkend. Je maakt altijd een verschil, hoe klein ook. Deze moeders zullen jullie altijd herinneren en dat is ook waardevol. Met alle hulp van de westerse landen wordt het ooit beter.... heus...

  • 04 September 2017 - 16:11

    Mirjam:

    Echt best heftig, dit zul je wel altijd met je meedragen. Maar die mensen ook! iets willen doen kan ook al heel veel betekenen, en iets kleins doen ook!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Irene

Een blog om mijn reizen op te kunnen bijhouden. Het lijkt me leuk om anderen op de hoogte te houden met waar ik mee bezig ben en wat ik meemaak. Mijn eerste reis zal naar Rwanda zijn, om het project Mwana Ukundwa (geliefd kind) te kunnen bezoeken. De tweede reis waar ik verslag van zal gaan doen zal gaan over mijn minorperiode in Finland! Ik ga daar 4 maanden studeren aan de University of Eastern Finland, in Kuopio. Superveel zin in!

Actief sinds 01 April 2017
Verslag gelezen: 774
Totaal aantal bezoekers 53727

Voorgaande reizen:

21 Juli 2018 - 04 Augustus 2018

Oostenrijk met het gezin

14 Februari 2018 - 18 Februari 2018

Citytrip Berlijn

28 Augustus 2017 - 20 December 2017

Studeren in Finland!

31 Juli 2017 - 14 Augustus 2017

Rwanda - Mwana Ukundwa

Landen bezocht: